Bedoeld voor gebruik voor fixatie van weefsel, inclusief ligament of pees aan bot, of een bot/pees aan bot. Interferentiefixatie is geschikt voor operaties aan de knie, schouder, elleboog, enkel, voet en hand/pols waarbij de aangeboden maten overeenkomen patiënt geschikt.
Het schroef- en schedesysteem wordt vaak gebruikt in de orthopedische chirurgie voor verschillende toepassingen, zoals fixatie van botbreuken of ligamentreparaties.Hier volgt een algemeen overzicht van de werking van het schroef- en hulssysteem: Pre-operatieve planning: de chirurg beoordeelt de toestand van de patiënt, beoordeelt medische beeldvorming (zoals röntgenfoto's of MRI-scans) en bepaalt de juiste maat en het juiste type schroeven en omhulsels die nodig zijn voor de procedure. Incisie en blootstelling: De chirurg zal een incisie maken op de operatieplaats om toegang te krijgen tot het getroffen gebied.Zachte weefsels, spieren en andere structuren worden voorzichtig opzij geschoven of teruggetrokken om het bot of ligament bloot te leggen dat gerepareerd moet worden. Het boren van geleidegaten: Met behulp van gespecialiseerde chirurgische boren zal de chirurg zorgvuldig geleidegaten in het bot maken om de schroeven op te vangen.Deze geleidegaten zorgen voor een juiste plaatsing en stabiliteit van de schroeven. Inbrengen van de huls: De huls is een holle buisachtige structuur die in het geleidegat wordt gestoken.Het fungeert als geleider, beschermt het omliggende zachte weefsel en maakt een nauwkeurige plaatsing van de schroef mogelijk. Plaatsing van de schroef: De schroef, meestal gemaakt van titanium of roestvrij staal, wordt door de huls en in het geleidegat gestoken.De schroef is voorzien van schroefdraad en kan worden vastgedraaid om het bot te fixeren of om twee stukken bot met elkaar te verbinden. Vastzetten van de schroef: Zodra de schroef volledig is ingebracht, kan de chirurg een schroevendraaier of ander geschikt gereedschap gebruiken om de schroef in zijn uiteindelijke positie vast te zetten.Dit kan inhouden dat de schroef moet worden vastgedraaid om de gewenste compressie of stabilisatie te bereiken. Sluiting: Zodra de schroef en de huls op de juiste manier zijn geplaatst en vastgezet, zal de chirurg de incisie sluiten met behulp van hechtingen of nietjes.De wond wordt vervolgens gereinigd en verbonden. Het is belangrijk op te merken dat de werking van het schroef- en hulssysteem kan variëren, afhankelijk van de specifieke procedure en de betrokken anatomische locatie.De expertise en ervaring van de chirurg zijn essentieel voor het garanderen van een nauwkeurige plaatsing en optimale resultaten.