1. Anesthesie: De procedure begint met het toedienen van algehele anesthesie om ervoor te zorgen dat de patiënt geen pijn of ongemak voelt tijdens de operatie.
2. Incisie: De chirurg maakt een incisie in het heupgebied, meestal via een laterale of posterieure benadering. De locatie en grootte van de incisie zijn afhankelijk van het type operatie en de anatomie van de patiënt.
- 3. Blootstelling van het gewricht: De chirurg scheidt spieren en ander weefsel om het heupgewricht bloot te leggen. Dit kan betekenen dat een deel van het zachte weefsel wordt verwijderd en het bot indien nodig wordt gevormd.
4. Verwijdering van bestaande componenten: Als de patiënt eerder een heupvervangende operatie heeft ondergaan, verwijdert de chirurg de versleten of beschadigde onderdelen.kunstmatig heupgewrichtcomponenten, waaronder delen van of het gehele acetabulum enfemorale kop.
5. Voorbereiding van het botbed: Na het verwijderen van de bestaande heupgewrichtscomponenten bereidt de chirurg het botbed in het acetabulum en de femurkop voor op de plaatsing van de nieuwe kunstmatige heupcomponenten. Dit kan het vormen, reinigen en aanpassen van het bot omvatten om een veilige implantatie van de nieuwe componenten te garanderen.
6. Implantatie van nieuwe componenten: Op basis van de conditie en de chirurgische doelen van de patiënt selecteert de chirurg geschikte kunstmatige heupcomponenten voor implantatie. Dit kan gedeeltelijke of volledige vervanging van het acetabulum en de femurkop omvatten. De componenten kunnen gemaakt zijn van metaal, kunststof of composietmaterialen, afhankelijk van de leeftijd, het activiteitenniveau en andere factoren van de patiënt.
7. Aanpassing en testen: Nadat de nieuwe heupgewrichtscomponenten zijn geïmplanteerd, past de chirurg het gewricht aan en test het om te garanderen dat het veilig is geïmplanteerd, goed is uitgelijnd en soepel beweegt.
8. Sluiten van de incisie: Zodra de heupgewrichtscomponenten zijn geïmplanteerd en aangepast, sluit de chirurg de chirurgische incisie laag voor laag en plaatst indien nodig drainagebuisjes om bloed en andere vloeistoffen uit de operatieplek te verwijderen.
9. Revalidatie: Na de operatie ondergaat de patiënt revalidatietraining om de functie van het heupgewricht en de spierkracht te herstellen. Dit kan fysiotherapie, revalidatieoefeningen en geleidelijke uitbreiding van dagelijkse activiteiten omvatten.
10. Controle: Patiënten komen na de operatie regelmatig op controle om te controleren of het heupgewricht goed geneest en om eventuele complicaties snel te kunnen identificeren en behandelen.
Een revisieoperatie aan het heupgewricht is een complexe procedure die vraagt om ervaren chirurgen en een uitgebreid medisch team om het succes ervan en de veiligheid van de patiënt te garanderen.

Plaatsingstijd: 11-04-2024